Wildkamperen

Het is vakantie in Rotterdam. Het wordt adembenemend rustig in de stad.
Ik moet denken aan de zomervakantie van toen ik nog kind was.
Vakantie was fietsen over boerenpaadjes, met je rubberlaarzen in de modder springen, door het korenveld rennen, hutten bouwen van oude lappen, eau-de-cologne maken van rozenblaadjes, in bomen klimmen, zingen in een teil met water met de tuinslang als microfoon, vlinders tellen, zwemmen in de ‘leemkoele’, en een portemonnee aan een touwtje op de stoep leggen. Achter de heg zaten mijn broertje en ik tevergeefs te wachten op een argeloze voorbijganger.
Zomervakantie was in een zee van tijd, avonturen beleven en je ontiegelijk vervelen. Als je in september weer naar school ging, was je gegroeid, letterlijk en figuurlijk.

Als een scharrelkind ben ik opgegroeid, zodra het zomer wordt, begint het te kriebelen. Weer of geen weer: ik moet naar buiten. Iets of niets doen. In mijn wijk kan dat. Dat is een soort eiland, daar kun je eindeloos veel rondjes lopen, op de kade hengelen naar vis, veldboeketten plukken, je talen oefenen met zeelieden en elk half uur op een ander bankje zitten.
Het Park bij de Euromast is mijn achtertuin, daar voel ik me thuis. Maar ik ben niet de enige. Gisteravond laat stond er een grote tent gemaakt van een knal oranje dekzeil met twee groene vuilniscontainers als tentstokken. Vijf mannen lagen zeer relaxed te luisteren naar muziek. Ze kwamen uit Letland en nodigden mij uit voor een glaasje wijn. Ik mocht zelfs een nachtje blijven slapen.
Slapen in het Park, dat klinkt als vakantie. Wildkamperen in mijn eigen wijk, maar dan wel met mijn eigen tent en met mijn eigen man.

Te beluisteren bij Chrisnatuurlijk bij RTVRijnmond.