Tuinjongen

Mijn moeder houdt van tuinieren, maar na vijf heupoperaties kan ze niet meer zonder een stok lopen. Toch kan ze nog vegen, harken en schoffelen. De buurvrouw vond dit geen goed idee.
‘Daar komen ongelukken van,’ zei ze. ‘Morgen komt mijn zoon je helpen.’
Hij is de ideale tuinjongen, hij doet precies wat mijn moeder vraagt. En als hij niet begrijpt, doet ze het voor.
‘Kijk, zo moet je vegen,’ zegt ze.
Met in haar ene hand de bezem en in de andere hand de stok veegt ze ‘hop-la-hop’ de eerste tegel schoon. De tuinjongen en ik kijken toe en zijn benieuwd wanneer de bezem van eigenaar zal wisselen.